Leiding 1899-1996
Mevrouw W. Brouwer
Van 1899-1911 staat het weeshuis onder leiding van mevrouw W. Brouwer. Zij trekt zich om gezondheidsredenen terug. Ze overleed in 1915.
Mevrouw C.J.J. Wrede-Losgert
In 1911 staat het huis onder leiding van mevrouw C.J.J. Wrede-Losgert. Zij hielp het huis door de moeilijke jaren heen van de eerste wereldoorlog. Zij trekt zich terug op 31 maart 1922, maar houdt de band met het weeshuis aan.
( Zie haar memoires opgedragen aan de heer A. Bierens de Haan, Regent-penningmeester van het Gereformeerd of Burgerweeshuis).
( Zie haar memoires opgedragen aan de heer A. Bierens de Haan, Regent-penningmeester van het Gereformeerd of Burgerweeshuis).
Freule H.A. van Kretschmar
Freule van Kretschmar was directrice van het Gereformeerd of Burgerweeshuis te Haarlem van 2 april 1922 tot 31 december 1945. In haar bijna 24-jarige ambtsperiode maakt zij zeer zorgelijke oorlogsjaren mee. Zij versterkt de band met de 'oud-wezen', voor wie zij ook sedert haar aftreden jaarlijks in de maand maart reünie houdt in het huis. Zij overleed in 1981.
Hieronder een tweetal brieven van haar neef Frits Kretschmar.
Hieronder een tweetal brieven van haar neef Frits Kretschmar.
's Gravenhage, 10 december 1981
|
's Gravenhage, 16 september 1981
|
Haarlemsdagblad 1945
De heer J. de Nie
De heer J. de Nie wordt per 1 oktober 1945 tot directeur benoemd. Hij wordt terzijde gestaan door mejuffrouw mr. C.C. de Marez Oyens als adjunct-directrice, die tevens aan het hoofd staat van de afdeling oudste meisjes. Zij trekt zich terug na drie jaar en wordt 15 januari 1948 opgevolgd door mejuffrouw Y. van der Most-van Spijk. Tot 1965 wordt de heer de Nie achtereenvolgens geassisteerd door de dames K. van Halsema (1954-1960); A.M. Korteweg (1960 tot 1963) en P. Blenk (1963-1965). In 1965 neemt de heer de Nie afscheid wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Leiding
1899-1945 staat het huis onder de kundige leiding van in opvolging drie begaafde directrices, bijgestaan door onderscheidenlijk vier adjunct-directeuren, die tevens leiders zijn der grote-jongens afdeling.
Mejuffrouw W. Brouwer (1899-1911) trekt zich, na het huis 12 jaren te hebben geleid, om gezondheidsredenen terug (zij overleed in 1915), en wordt opgevolgd door mevrouw C.J.J. Wrede-Losgert, die het weeshuis door de moeilijke jaren van de eerste wereldoorlog hielp. Zij trekt zich daarna op 31 maart 1922 terug, maar houdt de band met het weeshuis aan, en viert er in het najaar 1939 haar Boste verjaardag. Jonkvrouwe H.A. van Kretschmar is haar opvolgster. In haar bijna 24-jarie ambtsperiode maakt zij de zeer zorgelijke oorlogsjaren 1940-1945 mede. Zij versterkt de band met de ‘oud-wezen’, voor wie zij ook sedert haar aftreden jaarlijks in de maand maart reünie houdt in het huis. Zij trekt zich eind 1945 terug, omdat zij het gewenst acht, dat in verband met de gewijzigde omstandigheden en de samenstelling der kinderbevolking in het huis, een directeur de leiding zal overnemen.
De 1e adjunct-directeur is ‘vader’ C. de Cock, te Meer en Bosch als broeder opgeleid en reeds onder het laatste paar binnenvader en –moeder werkzaam. Hij overlijdt na kortstondige ziekte in 1916 en wordt opgevolgd door de heer L. van de Kerk, die als onderwijzer aan de Christelijke lagere school aan de Bakenessergracht daar overdag werkzaam blijft, maar nochtans de directrice tot steun weet te zijn. Hij neemt ontslag in augustus 1933, omdat zijn leeftijd hem niet langer toestaat de beide functies samen te blijven vervullen. Zijn opvolger is de heer G. Smit repatriërende uit de Minahassa als inspecteur van het bijzonder onderwijs. Na elf jaren zijn steun aan het huis te hebben gegeven, trekt hij zich om gezondheidsredenen in het moeilijke oorlogsjaar 1944 terug, om te worden vervangen door de heer J.G. Blok (mei 1944 – oktober 1945). Onder Zijn leiding worden in de Hongerwinter 1944-1945 eerst in de Haarlemmermeer, nadien in de Wieringermeer, met handwagens en per schuit de met moeite verkregen aardappelen, koolrapen en peulvruchten aangebracht, die aangevuld door toewijzingen van bloembollen, in de voedselnood helpen voorzien. Helaas vriest een aardappelschuit in het noorden in, zodat de langverwachte lading half bevroren aankomt.
1945-1965.
Na het afscheid van jonkvrouw H.A. van Kretschmar wordt de heer J. de Nie per 1 oktober 1945 tot directeur benoemd. Hij wordt terzijde gestaan door mejuffrouw mr. C.C. de Marez Oyens als adjunct-directrice, die tevens aan het hoofd staat van de afdeling oudste meisjes. Zij trekt zich na drie jaar terug en wordt 15 januari 1948 opgevolgd door mejuffrouw Y. van der Most van Spijk. Tot 1965 wordt de heer De Nie achtereenvolgens geassisteerd door de dames K. van Halsema (1954 tot 1960); A.M. Korte-weg (1960 tot 1963) en P. Blenk (1963 tot 1965). In 1965 neemt de heer De Nie afscheid wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Onder zijn leiding is een krachtige ontwikkeling van het werk tot stand gekomen.
1965-1969
Tot opvolger van de heer De Nie wordt per 15 juni 1965 benoemd de heer M. Harteveld, terwijl per 1 januari 1969 de benoeming volgt van mejuffrouw A. Elzinga tot adjunct-directrice. De directie wordt terzijde gestaan door een kinderpsychologe (sedert april 1966) en een kinderarts (sedert januari 1967). Een nieuwe periode is ingegaan.
HAARLEM, Olieslagerslaan 5
Oktober 1969 DE REGENTSCHAP (letterlijke tekst)